Vleesvoeding
De keuze die gemaakt wordt voor een bepaalde voeding is afhankelijk van kennis, ervaring, voorlichting en misschien zelfs ook van de financiële situatie. Er zijn veel verschillende soorten voeding voor een hond waaruit een keuze gemaakt kan worden. Bij allen kunnen we er tegenwoordig vanuit gaan dat zij goed zijn. Dit wil echter niet zeggen dat het niet uitmaakt wat je voert. En juist als er zich problemen voordoen kan het verstandig zijn eens naar het voer van uw hond te kijken.
De voordelen van vleesvoeding
Als we kijken naar de natuurgeneeskunde zien we dat die de voorkeur geeft aan natuurlijke producten. Daarom is het niet raar dat de meeste Natuurgeneeskundig therapeuten voorstander zijn van het voeren van rauw vlees.
De voordelen van rauw vlees zijn:
● Vlees bevat geen granen, dierlijke bijproducten, smaak-, geur- en kleurstoffen of conserveringsmiddelen.
● Vlees is hierdoor voor een hond beter te verteren waardoor hij minder ontlasting produceert.
● Vlees zorgt er daarom ook voor dat de hond minder stoffen binnen krijgt waar hij niks mee kan en dus minder afvalstoffen vasthoudt.
● Vlees bevat 60-70% vocht waardoor de hond minder drinkt.
● Vlees zorgt voor compactere ontlasting waardoor de anaalklieren van een hond worden geleegd.
● Vlees past meer bij de natuurlijke behoefte van een hond.
● Vlees bevat bacteriën die zorgen voor een goede darmflora. Deze bevordert de weerstand.
● Vlees zorgt voor een zure PH-waarde van de maag. Iets dat de vertering ten goede komt en de natuurlijke bescherming biedt tegen ‘slechte’ bacteriën zoals salmonella.
● Vlees geeft minder tandplak waardoor de hond minder last heeft van tandsteen.
De nadelen van brokken
De reden waarom maar liefst 90% van de hondenbezitters voor brokken kiest is waarschijnlijk voor een groot deel doordat dit standaard is. Het is in veel winkels te verkrijgen en het is een complete voeding die ook nog eens gebruiksvriendelijk is.
Voordat de brok in de jaren ’30 werd geïntroduceerd, voerden mensen hun honden etensresten. Doordat veel honden hierdoor tekorten opliepen, werd de brok geïntroduceerd waar alle benodigde voedingstoffen in zitten.
Het hoofdbestanddeel van brokken zijn granen (30-70%). Graan komt echter niet voor in de natuurlijke voeding van de hond, katachtige of de wolf. Hierdoor kunnen ze koolhydraten slecht verteren. Ook bevatten granen zetmeel (suikers) waar ze dik van worden. Alles wat niet goed verteert in het spijsverteringsstelsel kan ook niet worden opgenomen door het lichaam. Je hond krijgt te maken met afvalstoffen die je terugvindt in een grote hoeveelheid ontlasting.
Daarnaast bevatten brokken tussen de 5 en 20% vlees. Van dit percentage blijft ongeveer 2,5 tot 10% vlees of vleesmeel over in de brok, omdat bij het drogen het vocht uit het vlees wordt onttrokken. Dit is ook de reden waarom honden die brokken krijgen veel meer drinken.
Natuurlijke voeding
Een hond stamt af van de wolven en behoort tot de categorie carnivoor. Genetisch gezien komen de wolf en onze huishond voor 99,8% met elkaar overeen. Carnivoren eten vlees, rauw vlees. Hetzelfde geldt voor katten. Carnivoren hebben een schaargebit, dat op en neer beweegt om het vlees mee te knippen en te scheuren. Zij kunnen de kaken niet zijwaarts bewegen, waardoor ze het eten niet kunnen kauwen en fijnmalen. Daardoor vindt de spijsvertering grotendeels plaats in de maag. Ze zijn gewend in één keer grote hoeveelheden te eten. Het spijsverteringskanaal is erg kort en om het prooidier met bot, huid en al te kunnen verteren is de zuurtegraad in de maag heel hoog (pH van 1-2). Deze hoge zuurgraad vormt ook een natuurlijke bescherming tegen bacteriën zoals salmonella en wormen.
Honden die gewend zijn brokken te eten hebben een zuurtegraad van pH- 5-6. Dit is veel minder zuur dan een hond die rauw vlees eet. Als je bot voert aan een brokkende etende hond lost dit dus niet of bijna niet op vanwege de lage zuurgraad. Als er overgegaan wordt van brokken op vers vlees moet hier goed rekening mee worden gehouden. De zuurtegraad moet geleidelijk worden opgevoerd.
Bacteriën en enzymen in rauw vlees hebben een nuttige functie. De bacteriën zorgen voor een evenwichtige darmfauna. Dit is belangrijk voor een goede weerstand, een goed verteringsproces en voorkomt verstoppingen. Bij brokken zijn er weinig bacteriën nodig om het voedsel af te breken, de meeste granen verlaten onverteerd het lichaam (grote hopen). Door het verhittingsproces worden alle bacteriën gedood. Het lichaam krijgt daardoor veel minder bacteriën binnen, waardoor de darmfauna minder optimaal is.